2 Answers
Geachte
Lichte nuance in die zin is toch de volgende.
In principe kan iedereen syndicus zijn, ook een vruchtgebruiker, en situeert de vraag of er beperkingen zijn zich eerder op het vlak van het BIV (beroepsinstituut voor makelaren en syndici). Wanneer men een BIV erkenning heeft bekomen (of men is onderworpen aan een ander tuchtorgaan (advocaten, boekhouders, landmeters, …) , kan men in eender welk gebouw syndicus zijn (mijns inziens ook een gebouw waarin men een statuut van vruchtgebruiker heeft). Heeft men deze erkenning NIET of is men niet onderworpen aan een dergelijk tuchtorgaan, dan moet men inderdaad eigenaar zijn van het gebouw. Ik meen dat dan de notie EIGENAAR strikt moet worden geïnterpreteerd.
De vergelijking met rechtspraak aangaande de Raad van Mede – Eigendom, gaat niet helemaal op omdat men voor dit laatste orgaan in de wet specifiek stelt dat hierin EIGENAREN moeten zetelen. Voor de syndicus wordt dit door de wet niet vereist. (We lezen er enkel een onverenigbaarheid in tussen het mandaat van syndicus en dit van lid van de Rv ME).
Astrid CLABOTS
ARGUS ADVOCATEN
HASSELT – LOMMEL